Samen met jonge kinderen zorgen voor een duurzame planeet

Als vervolg op het thema ‘Risicovol Buitenspel’ zetten we in een komend seminar ‘Duurzaamheidseducatie in de jonge jaren’ centraal. Diverse onderzoeken bespreken uitvoerig hoe anders een duurzame toekomst op onze planeet er uit ziet dan de wereld van nu. Hoe kunnen we in de kinderopvang en het onderwijs jonge kinderen voorbereiden op die toekomst? Wat vraagt dit van jonge opvoeders van jonge kinderen? Hoe leren we ze te zorgen voor de aarde?

Hoe komen we tot een pedagogiek met aandacht voor de natuur én aandacht voor duurzaamheid? Kunnen we kinderen in hun eerste paar levensjaren al leren te zorgen, voor elkaar en voor alle levensvormen op de planeet? Terwijl we een sterke toename en interesse zien in duurzaamheidspedagogiek, blijkt ook dat er nog veel onduidelijkheid is over hoe je dit dan op een positieve manier kunt aanbieden aan jonge kinderen. .  

In Zweden – waar in kinderopvang en onderwijs altijd al veel aandacht is geweest voor het omgaan met de natuur – ontdekte men dat pedagogische aandacht voor duurzaamheid er nauwelijks was. Onze Zweedse spreekster Ingrid Pramling Samuelsson deed onderzoek bij pedagogisch medewerkers naar de verschuiving en uitbreiding van aandacht voor duurzaamheidspedagogiek.

Zowel resultaten uit onderzoek als toepassing in de pedagogische praktijk komen in dit seminar aan bod. Het seminar sluit aan bij de Groene Agenda Kinderopvang, met name bij de agendapunten Gedrag en bewustwording en Buitenspelen en biodiversiteit.

Doel van dit seminar

Door de verhalen van de inspirerende sprekers willen we vanuit de wetenschap Doel is het stimuleren van bewustwording over duurzaamheidspedagogiek (als aanvulling op met natuurpedagogiek) en het bieden van handvatten voor het in praktijk brengen ervan. We willen eerst vanuit de wetenschap bespreken wat duurzaamheidspedagogiek is en zou kunnen zijn en wat er bekend is over de noodzaak en mogelijke effecten. Vervolgens bekijken we met praktijkvoorbeelden wat de mogelijkheden zijn om jonge kinderen te leren duurzaam om te gaan met hun omgeving. Hoe kunnen we jonge kinderen optimaal ondersteunen in hun ontwikkeling naar duurzaam gedrag? 

Vragen waarop dit seminar een antwoord wil geven

  • Wat is duurzaamheidspedagogiek voor het jonge kind?
  • Welke voorbeelden zijn er van duurzaamheidspedagogiek in Nederland en buitenland?
  • Hoe kunnen pedagogische medewerkers samen met jonge kinderen leren te zorgen voor een duurzame planeet?

Sprekers

Ingrid Pramling Samuelsson, is professor aan de Universiteit van Gotenburg in Zweden. Zij deed jarenlang onderzoek in de kinderopvang naar hoe jonge kinderen leren. Zij ontwikkelde binnen het internationale OMEPnetwerk een zelfevaluatieschaal die organisaties helpt op weg naar duurzaamheid voor kinderen en ouders.

Matthijs de Gruijter, oprichter van Struin Centrum voor Natuurpedagogiek. Matthijs richt zich op een vrij principiële natuurpedagogiek, waarin kinderen de mogelijkheid krijgen om verbonden op te groeien met wilde, ongerepte natuur.

Monique van Loenen, oprichter van Groene Buiten BSO de Natuurfontein, Nederland.

Bestemd voor

Managers, (pedagogische) beleidsmedewerkers, (pedagogisch) coaches/IB-ers, stafmedewerkers en welkzijnswerkers uit kinderopvang, onderwijs, welzijnsorganisaties en jeugdzorg. Ook gemeenten en adviseurs zijn van harte welkom.

Impressie van de bijeenkomst

Afgelopen november organiseerde CCI een seminar over duurzaamheidspedagogiek in de jonge jaren. Diverse onderzoeken bespreken uitvoerig hoe anders een duurzame toekomst op onze planeet er uit ziet dan de wereld van nu. In het seminar gingen we in op de vragen “Hoe kunnen we in de kinderopvang en het onderwijs jonge kinderen voorbereiden op die toekomst? Wat vraagt dit van opvoeders van jonge kinderen? En hoe leren we ze te zorgen voor de aarde?”.

We bespraken eerst wat duurzaamheidspedagogiek is en zou kunnen zijn. Dit deden we onder begeleiding van wetenschapper Ingrid Pramling Samuelsson, professor aan de Universiteit van Goteborg en dé expert op het gebied van duurzaamheidspedagogiek. Prof Pramling Samuelsson benadrukte het belang van een breed begrip van duurzaamheid, het gaat om ecologische, sociaal-culturele, en economische duurzaamheid. Ze gaf ook voorbeelden over hoe goed dit te bespreken is met jonge kinderen. Bovendien deelde ze een instrument met ons, de OMEP ESD rating scales, waarvan een link op onze site te vinden is. Zij deelde verder haar kennis en ervaring, mede vanuit haar rol als voorzitter van OMEP Europe en als UNESCO chair of Early Childhood Education for Sustainable Development. OMEP staat voor Organisation Mondiale pour l’Education Préscolaire. We kwamen er tot onze verbazing achter dat Nederland geen lid is van OMEP en meerdere deelnemers aan het seminar zijn inmiddels betrokken bij een verkenning van landelijk lidmaatschap.

Na het verhaal van Ingrid, doken we met Matthijs de Gruijter van Struin in de praktijk. Hij liet ons specifieke mogelijkheden zien van hoe jonge kinderen leren duurzaam om te gaan met de natuurlijke omgeving waarin ze opgroeien. Met Struin biedt Matthijs de Gruijter al vijftien jaar buitenschoolse opvang in de natuur, in de Nijmeegse Ooijpolder en inmiddels ook op meerdere locaties in de regio. Matthijs benadrukte het belang van het ontwikkelen van een band met de natuur. Niet alleen vanwege duurzaamheid, ook voor de ontwikkeling van kinderen, cognitief, sociaal, en fysiek, is buiten spelen in een natuurrijke omgeving van cruciaal belang.

Helaas is die natuurrijke omgeving niet overal vrij beschikbaar en toegankelijk. Met een interview van Monique van Loenen van Natuurfontein stapten we over naar een natuur bso in de stad Amsterdam. Is het mogelijk om in een stedelijke omgeving met jonge kinderen te leren zorgen voor de natuur? Monique van Loenen liet ons zien hoe zij altijd buiten is en speelt met jonge kinderen en in de stad samen met de kinderen een band opbouwt met de natuur. Duurzaamheidspedagogiek is volgens Monique voor een groot deel voordoen en samendoen. Dat betekent ook iets voor hoe je je bedrijfsvoering inricht en duurzaam omgaat met je medewerkers.

Het seminar werd positief ontvangen en we hebben veel geleerd over de mogelijkheden van duurzaamheidspedagogiek in de jonge jaren, zowel in landelijke als in stedelijke omgevingen. We sloten af met een sterke behoefte voor een vervolg. Er blijken slechts enkele voorbeelden te zijn van duurzaamheidspedagogiek in de jonge jaren in Nederland en het is hard nodig om dit verder te verspreiden. Zoals bij het thema duurzaamheid vaker geldt, met alleen de intentie om meer te doen, komen we er niet. Vanuit die gedachte staan er enkele vervolgstappen op de agenda van CCI. Allereerst bespraken we de noodzaak om een community op te richten waarin we proberen onze kennis en ervaring met duurzaamheidspedagogiek te delen. In principe is er natuurlijk al veel mogelijk via Groen Cement, de Groene Agenda Kinderopvang, of het NJI. Als tweede is CCI gestart met het oprichten van een OMEP preparatory committee om te onderzoeken in hoeverre lidmaatschap bij OMEP voor Nederland een optie kan zijn. OMEP gaat over onderwijs en ontwikkeling in de jonge jaren en biedt de mogelijkheid om te leren van beleid en praktijk op internationaal niveau. Het gaat dus verder dan duurzaamheid, maar binnen OMEP is duurzaamheid een van de onderwerp waar we veel van kunnen leren.